De te benaderen gebruikssnelheid van een borstel hoort te zijn:

• voor het bewerken van staal: 20 tot 25 m/sec.
• voor het bewerken van non-ferro metalen: 15 tot 20 m/sec.
• voor het bewerken van synthetische materialen: 10 tot 15 m/sec.

Deze richtlijnen zijn indikatief en gelden voor draaddikten van 0.30 mm.

Andere faktoren beïnvloeden de keuze van een borstel, o.a.:

• de draaddikte
• de vrije lengte van de draad
• het materiaal van de draad
• de rotatiesnelheid.

Een betere afwerking kan verkregen worden door met de draaduiteinden te werken.

Druk de borstel zo min mogelijk plat. Indien er een hoge druk op de borstel nodig blijkt om een goed resultaat te bekomen, kan U beter een hardere borstel gebruiken, of de rotatiesnelheid verhogen.

Borstels met draden van 0,1 mm dikte dienen gebruikt te worden aan lagere snelheden.